Therapie
De hechtingstheorie
Hoewel de hechtingstheorie al 75 jaar bestaat, is er pas sinds de laatste jaren steeds meer aandacht voor het fenomeen hechting, zowel in de psychologische literatuur als in de praktijk. De theorie werd in de jaren ‘40 en ‘50 ontwikkeld door de Engelse psychiater John Bowlby en daarna verder uitgediept door Mary Ainsworth.[1]

Hechting is volgens de theorie van Bowlby een interactief systeem tussen hoe het kind zelf omgaat met emoties (het affect regulerend systeem van het kind) en hoe de ouder omgaat met de emoties van het kind (het complementaire systeem van de ouder). Het hechtingspatroon komt volgens de theorie dus tot stand door de interactie tussen ouder en kind.
Een gezonde hechting is volgens de theorie van Bowlby alleen mogelijk als een kind in zijn eerste jaren op een betrouwbare en sensitieve wijze door een ouder wordt verzorgd. Hoe een kind zich in zijn beginjaren hecht, bepaalt volgens de theorie hoe hij op latere leeftijd met emotionele prikkels om zal gaan. Het bepaalt ook hoe hij zich tot zijn medemens zal gaan verhouden. De manier waarop je als kind gehecht bent heeft dus grote invloed op al je toekomstige relaties, zowel privé als zakelijk. Een gemankeerde hechting in de vroege jeugd kan volgens de theorie leiden tot veel emotionele en relationele moeilijkheden als volwassene.
Voeg je koptekst hier toe
Over welke periode van ons leven gaat het? Volgens de hechtingstheorie wegen de eerste twee jaren van ons leven het zwaarst. Dat is de periode waarin ons brein nog relatief ‘leeg’ is en het meest kwetsbaar voor emotionele indrukken. Ik gebruik hier zelf vaak de computer als metafoor: het brein van het kind is dan als de harde schijf die een nog leeg ontvangststation is voor de cognitieve en sociaal-emotionele ‘software’ die het kind ‘geïnstalleerd krijgt’ tijdens de interactie met zijn omgeving. Als er programmeerfouten optreden door bijvoorbeeld een tekort aan veiligheid, geborgenheid of bevestiging, leidt dat in deze visie tot een volwassen leven waarin gestuurd wordt met software die gebaseerd is op angst in plaats van vertrouwen. Of met software die gefragmenteerd is geraakt en de volwassene in bepaalde situaties verlamt of doet ontsporen.
Voeg je koptekst hier toe
[1] Voor een uitgebreide behandeling van de hechtingstheorie verwijs ik graag naar de grondleggers. Het originele werk van John Bowlby en Mary Ainsworth zijn het meer dan waard om in de originele vorm te lezen: Bowlby, John (1983). Attachment and Loss (2nd ed.), (3 Volumes). Basic Books. Ainsworth, Mary (2015). Patterns of Attachment: A Psychological Study of the Strange Situation (1st ed.). Psychology Press.